Nr. 20. Medisch Pedagogisch Instituut St.-Elisabeth voor anders valide kinderen, eertijds Instituut St.-Elisabeth. Op 26 november 1912 schonk Elisabeth (Betteke) Neven, een jonkvrouw uit een welstellende teutenfamilie die op de Hoenrik een boerderij bezat, haar woning en drie ha grond aan de zusters van de H. Vincentius a Paulo uit Deinze, met de opdracht er een opvangcentrum voor verwaarloosde en arme kinderen op te richten. In 1912-13, tweede schenking van 30 are aan dezelfde zusters voor de bouw van een meisjesschool, die in 1936 en 1951 werd vergroot. Bouwmeester was H. Martens (Stevoort). Op 26 september 1913, aankomst van de drie eerste zusters van St.-Vincentius a Paulo uit Deinze. In september-oktober 1913, start van het onderwijs in de nieuwe meisjesschool. Wegens de oorlogsjaren liepen de plannen voor de uitbouw van een klooster enige vertraging op. Pas op 24 mei 1922 begon men met het graven van de fundamenten voor het eerste gebouw dat als woonhuis voor de zusters moest fungeren, het huidige centraal gedeelte ten W. Eind december van datzelfde jaar waren de bouwwerken voltooid. Op 7 mei 1925 was de eerste vleugel ten Z. van het klooster afgewerkt. Op 24 juni 1926, inzegening van deze vleugel en een noodkapel door Mgr. Kerkhofs, hulpbisschop van Luik. In november 1926, opening van een eerste klas. Als gevolg van het stijgende aantal kinderen en een uitbreiding van de opdrachten werd het gebouwenbestand in de loop der jaren meermaals vergroot, uitgebreid en gemoderniseerd, een eerste keer in 1930 (uitbreiding met vier klaslokalen) en een tweede maal in 1933 (nieuwe lokalen en kapel). Mgr. Kerkhofs wijdde op 10 juni 1935 de nieuwe gebouwen in. In de jaren 1950 was er weer nood aan uitbreiding. Een haakse vleugel van 90 meter, met tien klaslokalen, slaapzalen, een ruime refter en een feestzaal, werden in 1955 in gebruik genomen. Tevens schakelde men over naar beroepsonderwijs voor de meisjes, met een afdeling familiale hulp. De periode 1960-64 en 1969 waren opnieuw grote bouwjaren. In 1969 vatte men de bouw aan van vijf paviljoenen voor de beroepsschool, een overdekt zwembad, een turnzaal, een medische dienst en een administratief centrum. Na de oprichting van St.-Oda in Overpelt, eveneens een instelling voor zwaar mentaal gehandicapten, richtte het St.-Elisabethinstituut zich alleen nog tot schoolgaande, matig en licht mentaal gehandicapte kinderen. In 1976 en 1978, uitbreiding van de beroepsschool. In 1980, renovatie van het internaat. Nadat de Gesubsidieerde Vrije Gemengde Basisschool in 1984 een nieuw schoolcomplex betrok aan de Tichelovenstraat nr. 2, startte het St.-Elisabethinstituut met een bezigheidshome. Hiertoe werd de niet meer gebruikte oude meisjesschool aangekocht en omgebouwd. Eind september 1999 vertrokken de laatste vijf zusters uit Wijchmaal. In 2001, herconditionering van de oude meisjesschool, n.o.v. architect F. Van Oostveldt (Peer).Aan straatzijde door drie oude linden beschaduwd, heden U-vormig, eclectisch, vooral van neogotische kenmerken voorzien, bakstenen complex op gecementeerde plint, de oudste W.-vleugel onder geknikt zadeldak (kunstleien) met dakkapellen onder platte bedaking, het voormalige klooster eertijds met twee dakkapellen onder zadeldakje (cf. oude prentkaart), de latere moderne haakse vleugels onder zadeldaken (dito leien); vernieuwde kroonlijsten; overig houtwerk grotendeels idem dito of vervangen door pvc.Centraal voormalig klooster van iets rodere baksteen, met dubbelhuisopstand; zeven trav. en twee bouwl. (n // laan), van 1922. Middentrav. gemarkeerd door rondbogig spaarveld en trapgevelvormige bekroning met gecementeerde afwerking en ingeschreven spitsboognis met witbeschilderd beeld van St.-Elisabeth. Horizontaliserende, witbeschilderde gecementeerde muurbanden ter hoogte van lekdrempels en lateien. Op de eerste bouwl. tudorboogvormige en op de tweede rechth., van spitsboogvelden in visgraatverband voorziene muuropeningen op hardstenen lekdrempels; witbeschilderde gecementeerde aanzet- en diamantkopsluitstenen (349). Flankerende, ten Z. in 1924-25, ten N. in 1930 en 1933 aangebouwde, iets vooruitspringende vleugels van donkerder baksteen, met muurbanden van gesinterde baksteen ter hoogte van lekdrempels en lateien, ten Z. van tien trav. en twee bouwl. en ten N. van negen trav. en twee bouwl.; rechth. muuropeningen op hardstenen lekdrempels onder afgeschuinde, witbeschilderde gecementeerde lateien, waarboven tudorboogvelden met metselmozaïeken, gelijkaardige aanzet- en vlakke sluitstenen. Zesde, zevende en achtste trav. van r.vleugel vormen een risaliet, met centrale tudorboogvormige deuropening met recente, getrapte dagkanten, analoge aanzet- en sluitstenen en bekronend paneelwerk. Eenvoudiger N.-zijpuntgevel met rechth., deels gekoppelde vensters. Ten N. en Z., na W.O. II haaks aangebouwde vleugels. Eenvoudiger achtergevel van de W.-vleugel met gelijkaardige muuropeningen, bij de flankerende W.-vleugels voorzien van korfboogvelden; van een Brugse trav. voorziene uitbouw, r. van de derde trav., onder schilddak en met flankerende aanbouwseltjes onder platte bedaking; analoge centrale trapgevelvormige bekroning als vooraan en later opgetrokken aanbouw van één bouwl., nl. overdekte gang, met brede rechth. muuropeningen met roedeverdeling. Ter hoogte van de middentrav. van het voormalige klooster, latere aanbouw onder plat dak, die toegang verleent tot de centraal in het complex opgetrokken, georiënteerde kloosterkapel van 1933.Georiënteerd neogotisch bakstenen bedehuis, gelegen op de bovenverd. van de haakse kapelvleugel op beschilderde gecementeerde plint; vijf trav. onder zadeldak (kunstleien) met één N.-dakkapel onder zadeldakje en zeszijdige W.-dakruiter met bolbekroning waarop smeedijzeren kruis met windhaan, tussen aandaken met schouderstukken en O.-topstuk; gebruik van hardsteen voor afzaat van sokkel, afgeschuinde lekdrempels, afwerking van aandaken en ritmerende, versneden, deels overhoekse steunberen. Voorgevel voorzien van lagere, inspringende, originele aanbouw onder schilddak. Zijgevels met rechth. spaarvelden, voorzien van aflijnende dubbele rechte muizentanden en in korfboogvormige spaarvelden ingeschreven, gekoppelde vensters, rechth. met korfboogveld boven witbeschilderde gecementeerde latei op de eerste, spitsbogig op de tweede bouwl. Lager, inspringend koor van één rechte trav., onder dito dak, met driezijdige sluiting; analoge gevelritmering met ingeschreven lancetvensters; ten N. en Z., lagere, latere (cf. bouwnaad) aanbouwsels "in stijl" onder plat dak, met rechth. muuropeningen, de vensters met spitsboogvelden (350). Bepleisterd en witbeschilderd interieur, overkluisd d.m.v. een houten spitstongewelf, met op afgeschuinde pilasters rustende dito pseudogordelbogen met trekstangen; spitsbogige triomfboog; analoge overkluizing boven koor. Mobilair: gipsen beelden o.a. van H. Hart, O.-L.-Vrouw en St.-Jozef; neogotische eiken banken, stoelen en biechtstoel; vijf figuratieve glasramen in het koor. Ten N., wat achterin en schuin t.o.v. weg gelegen, sterk aangepaste en van een paar originele en voor het overige recente uitbouwsels voorziene, voormalige meisjesschool, opgetrokken in 1912-13 en vergroot in 1936 en 1951, heden paviljoenen voor volwassen gehandicapten van de vzw Begeleidingscentrum St.-Elisabeth. Bakstenen complex van één bouwl. op gecementeerde plint, bestaande uit twee parallelle, verspringende vleugels, onder gecombineerde zadel- en schilddaken (mechanische pannen en kunstleien). Door oude linde en wilde kastanjelaar beschaduwde N.-vleugel met moeilijk te bepalen aantal trav. Z.-vleugel eertijds van acht, heden van twaalf trav. Aflijnende rechte muizentanden, ritmerende lisenen en horizontaliserende, witbeschilderde gecementeerde muurbanden. Z.-vleugel verder gemarkeerd door centrale, in- en uitgezwenkte topgevelvormige bekroning met gecementeerde afwerking en centrale rondboognis met witbeschilderd beeld van bewaarengel. Deels aangepaste en gedichte, rechth. muuropeningen op bakstenen lekdrempels onder beschilderde gecementeerde lateien; overal vernieuwd houtwerk. Ten Z.W., aan straatzijde, recent, losstaand, quasi parallel paviljoen, beschaduwd door een oude eik.
Sprokkelingen, december 1999, p. 82-92, afbn.
De zeven torens, 1, 1, 1986, p. 17-18; 16, 2001, p. 85-86.
CEYSSENS L. - GEUNS J. - MOLEMANS J. - PEETERS M., Het lager onderwijs in Wijchmaal vanaf de XVIIe eeuw, Wijchmaal, 1984, p. 77-80, 83, 84-85, 110-115.
DIRIKEN P., Geogids Peer, s.l., 1996, p. 113, afb. Sprokkelingen, december 1999, p. 82-92, afbn.
De zeven torens, 1, 1, 1986, p. 17-18; 16, 2001, p. 85-86.
CEYSSENS L. - GEUNS J. - MOLEMANS J. - PEETERS M., Het lager onderwijs in Wijchmaal vanaf de XVIIe eeuw, Wijchmaal, 1984, p. 77-80, 83, 84-85, 110-115.
DIRIKEN P., Geogids Peer, s.l., 1996, p. 113, afb.
Pauwels D. 2005: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Maaseik, Kanton Peer, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 19N3, Brussel - Turnhout.
Bron:
Inventaris Onroerend Erfgoed
Type pand | Pand |
Breedte perceel | 218m |
Coördinaten | 51°7'55.3"N 5°24' 45.2"O |
Achterkant/oriëntatie tuin | Oost |
Bebouwing | Open |
Overstromingsgebied | Niet in overstromingsgebied |
P-Score | B: Kleine kans op overstromingen onder klimaatverandering (sc2050) |
G-Score | A: Geen overstroming gemodelleerd |
Ontvang een accurate marktschatting en een volledig rapport van Sint Elisabethlaan 22, Wijchmaal-Centrum, Wijchmaal (3990).
Ontvang het schattingsverslagDit pand heeft een gemiddelde mobiliteitsscore, gebaseerd op de afstand van dit pand tot nabijgelegen voorzieningen.
Gebouwen binnen de 100m | 3 |
Gebouwen binnen de 500m | 102 |
Afstand tot de straat | 21m |
Gunstig zicht | Ver |
De Realo schatting is de schatting van de marktprijs van een woning. Een verkoop/verhuur schatting voor Sint Elisabethlaan 22, 3990 Wijchmaal, Peer is nu beschikbaar.
Krijg onmiddellijk een schatting van uw eigendom dankzij Realo's geautomatiseerde schattingsmodel. Elk rapport bevat de trends van de lokale markt, buurtinformatie en recente verkopen en verhuren in de buurt. Bestel online en u kan onmiddellijk uw rapport downloaden.
Ontvang het schattingsverslag