* Nr. 21. Herenhuis met bijhorend koetshuis en tuinpaviljoen aan de Dijver. Ten onrechte "Hof Lanchals" genaamd, juiste benaming vlg. archiefstukken huis "de Halleux" naar laatste eigenaar.
Huidig uitzicht is fasegewijs tot stand gekomen. Aanvankelijk stonden hier meerdere huizen die aan verscheidene eigenaars toebehoorden.
Vanaf XV vormden ze één eigendom van de familie de Bul, nauw verbonden met het Bourgondisch Hof.
1562: Marcus Gerards tekent een diephuis met schermgevel van drie trav. en drie bouwl. en r. bijhorende poorttoegang. L. ervan een lager diephuis met puntgevel, z.g. "het Roosekin", en een smalle aanbouw boven het Winterstraatje. L.g. werd vanaf 1597 afgesloten met een poortje.
1746: Charles Custis krijgt toestemming voor de bouw van de tuinvleugel en de aanpassing van de voorgevel aan de heersende architectuurmode cf. natuurstenen deuromlijsting en een driehoekig fronton als bekroning van de verlaagde schermgevel.
1768: Jonkheer Charles-Albert de Schietere, heer van Caprijke, was wellicht de bouwheer van het tuinpaviljoen.
1842: de gevels die samen tien trav. telden werden omgebouwd tot een imposante bepleisterde lijstgevel.
1992-1994: restaureren van vervallen pand n.o.v. Groep Planning (Brugge) en inrichten als burelen.
Thans herenhuis met koetspoort in uiterste r.trav. Enkelhuis van zeven trav. en twee en een halve bouwl. onder samengestelde zadel- en schilddaken (Vlaamse pannen). Bepleisterde en lichtgoen beschilderde lijstgevel boven een donkere plint; licht gemarkeerd middenrisaliet van drie trav. Begane grond met imitatiebanden uitstralend boven drie middenvensters. Belijnende puilijst en kordons en gekorniste kroonlijst op klossen. Rechth. muuropeningen. Bovenvensters in geprofileerde omlijsting; op tweede bouwl. opengewerkte borstwering met balusters en rechte kroonlijst, middenvensters onder driehoekig fronton op gegroefde consoles. Bewaarde persiennes op de begane grond.
L. overbouwde toegang tot het brandstraatje z.g. "Winterstraatje" van één trav. en twee bouwl. Heden oude afgetopte trapgevel van verankerde baksteenbouw witbeschilderd, op bruinbeschilderde plint. Rechth. muuropeningen met afgeschuinde dagkanten. Gevels op de binnenplaats: achtergevel van koetsdoorrit is bepleisterd, de overige gevels met okergeel gekaleid baksteenmetselwerk. De achtergevel van het middengebouw, dat deel uitmaakt van de XV-kern, werd in XVIII gewijzigd tot drie trav. XVII-kruiskozijnen hebben rondstaafprofielen op middenstijl en kalf, met op het snijpunt een "kussen"-versiering. De binnengevel van XVIII-vleugel van acht trav. sluit hierbij aan, twee laatste trav. met in trompe-l'oeil beschilderde ramen.
Interieur. Enkel kelder onder achterste XV-vleugel, ingedeeld door twee tongewelven die worden opgevangen door een middenmuur met door steekboogarcade op op zuilen. Stenen keldertrap. Typische planindeling en ruimtewerking met koetsdoorrit, l. aansluitende vestibule. Koetsdoorrit: bakstenen bevloering in visgraatmotief, ordonnerende pilasters en centrale portiek in l.wand geflankeerd door twee Dorische zuilen. Vestibule geleed door vlakke Ionische pilasters onder een doorlopend entablement en een aflijnende lijst op klossen; vloer van witte marmer met zwartmarmeren afboording. Alle wanden van de vestibule, de zijgang die naar de tuinvleugel leidt, het trappenhuis, alsook van de bovengangen zijn gemarmerd. Halfrond trappenhuis met eikenhouten Engelse trap waarin de ronde koepel op versierde lijst en met centraal bovenlicht voor de nodige ruimtewerking zorgt. Salons aan straatzijde: eerste salon met pleisterplafonds opgehoogd met verguld lijstwerk, minder rijk aangekleed tweede salon met marmeren schouwen die tgov. elkaar zijn opgesteld. Salon aan tuinzijde: kamerhoge eikenhouten betimmering, gedeeld in panelen en afgewerkt met een damasten wandbespanning, rocailledeur en schouw l.g. met schouwboezem voorzien van schilderij op doek met voorstelling van een landelijk tafereel, in het David Teniersgenre. Het rococostucwerk in de drie vakken van het plafond benadrukt de symmetrische aanleg. Keuken met bakstenen haard, comfoortjes, natuurstenen vloer, paneeldeuren, wanden met plint van z.g. schildpadtegels, bewaarde moer- en kinderbalken. Benedensalons aan tuinzijde afgescheiden van straatvleugel door kleine vestibule met diensttrap. Groot salon en twee kleinere vertrekken met XVIII- en XIX-aankleding vormen een enfilade, aan de binnenplaatszijde verbonden door dubbele paneeldeuren. Minder rijk aangeklede kamers op de bovenverd. Aan straatzijde boven het vroegere "Winterstraatje", een ovalen boudoir in Lodewijk XV-stijl, met een kamerhoge lichtblauwbeschilderde lambrisering. Slaapkamer aan tuinzijde met houten wandbetimmering, waarin een alkoof en drie deuren, de gemarmerde houten schouw en bergkasten zijn ingepast. Laatste kamer aan tuinzijde met op penantmuur tussen de vensters een trompe-l'oeilschildering o.m. beeld van St.-Pieter in grisaille op de toegangsdeur, geplaatst op een voetstuk voor een met gemarmerde blokken versierde nis. Aanpalend vertrek: de vroegere huiskapel in neogotische stijl cf. spitsboogvensters met kleurige glas-in-loodvullingen, elk met centraal een geschilderde medaillon met alliantiewapens. Eikenhouten dakkap van XV-vleugel: dubbele schaargebinten dragen de gordingen die de door hanenbalken verbonden keperparen schoren.
Voormalig koetshuis van 1848 met aan tuinzijde kwartronde uitbouw, wellicht XVIII. Zes trav. en twee bouwl. onder schilddak. Bepleisterde lijstgevel met imitatievoegen op begane grond. De dorpels en de geprofileerde omlijstingen van de rondboogvormige bovenvensters worden over de gevel doorgetrokken.
Interieur. Aan N.-zijde koetsberging, in het midden een wasplaats en aan de Z.-zijde paardenstal met twee boxen, inclusief de wand- en vloerbekleding. Net onder trap naar verd. alkoof. Op de bovenverd. woongelegenheid voor stalknecht waarnaast een hooizolder.
Tuinpaviljoen gebouwd aan de reioever met XVIII c-uitzicht. Langwerpig bakstenen gebouw onder leien mansardedak. Tuingevel met bepleisterde lijstgevel, uitspringende ingangspartij - wellicht ouder dan vleugel aan Dijver - onder koepelvormig leiendak en stucversiering in Lodewijk XVI-stijl. Bepleisterde lijstgevel opengewerkt door zeven rondboogvensters, gescheiden door vlakke pilasters voorzien van spiegels aan de Dijver. L. z.g. brandstraatje.
Interieur. Hal met rococostucwerk en twee salons - oorspronkelijk drie - in Lodewijk XVI-stijl.
Binnenplaats, gelegen tussen de achtergevel van de doorrit, het koetshuis en de tuinvleugel is verhard met onregelmatige kasseien.
Tuin, gelegen tussen de gekasseide binnenplaats en het tuinpaviljoen, opgevat als een centraal grasperk, omzoomd door een ovaal rondlopend pad, waarrond middelhoge en hoge begroeiing. Formele tuinaanleg in XVIII-stijl van 1993 n.o.v. P. Deroose (Jabbeke). Rechth. perk, bedekt met dolomietsteenslag, heeft een fraai geometrisch patroon van haagjes, geflankeerd door twee loofgangen van hagebeuk die het perspectief benadrukken.
Afdeling ROHM West-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, archief, doss. 203, 0028/W.
RUG, Handschriftenkabinet, HS 461, fol. 123.
SAB, Bouwvergunningen, nr. 28/1842. BEERNAERT B., Open Monumentendag Vlaanderen. Bugerlijke gebouwen, 1995, p. 51-62.
CONSTANDT L. (ed.), Behoedzaam omgaan. Monumentenzorg in Brugge, 1988-1993, 1994, p. 85-88.
DEVLIEGHER L., De huizen van Brugge, Brugge, 1975, p. 266-267.
ESTHER J., DELAEY B., Het Huis de Halleux, in M&L, XIV, 1995, nr. 2, p. 21-44. Afdeling ROHM West-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, archief, doss. 203, 0028/W.
RUG, Handschriftenkabinet, HS 461, fol. 123.
SAB, Bouwvergunningen, nr. 28/1842. BEERNAERT B., Open Monumentendag Vlaanderen. Bugerlijke gebouwen, 1995, p. 51-62.
CONSTANDT L. (ed.), Behoedzaam omgaan. Monumentenzorg in Brugge, 1988-1993, 1994, p. 85-88.
DEVLIEGHER L., De huizen van Brugge, Brugge, 1975, p. 266-267.
ESTHER J., DELAEY B., Het Huis de Halleux, in M&L, XIV, 1995, nr. 2, p. 21-44.
Gilté S. & Vanwalleghem A. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Oudste kern, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18NA Noord, Brussel - Turnhout.
Bron:
Inventaris Onroerend Erfgoed
Type pand | Pand |
Grondoppervlakte | 2.027m2 |
Breedte perceel | 23m |
Diepte perceel | 90m |
Geschatte tuinoppervlakte | 1.240m2 |
Coördinaten | 51°12'23.8"N 3°13' 28.7"O |
Achterkant/oriëntatie tuin | Zuid-Oost |
Bebouwing | Gesloten |
Overstromingsgebied | Niet in overstromingsgebied |
P-Score | A: Geen overstroming gemodelleerd |
G-Score | A: Geen overstroming gemodelleerd |
Ontvang een accurate marktschatting en een volledig rapport van Oude Burg 23, Brugge-Centrum - Belfort, Brugge (8000).
Ontvang het schattingsverslagDit pand heeft een uitstekende mobiliteitsscore, gebaseerd op de afstand van dit pand tot nabijgelegen voorzieningen.
Gebouwen binnen de 100m | 10 |
Gebouwen binnen de 500m | 542 |
Afstand tot de straat | 4m |
Gunstig zicht | Nee |
Afstand tot stadsgroen | 228m |
De Realo schatting is de schatting van de marktprijs van een woning. Een verkoop/verhuur schatting voor Oude Burg 23, 8000 Brugge is nu beschikbaar.
Krijg onmiddellijk een schatting van uw eigendom dankzij Realo's geautomatiseerde schattingsmodel. Elk rapport bevat de trends van de lokale markt, buurtinformatie en recente verkopen en verhuren in de buurt. Bestel online en u kan onmiddellijk uw rapport downloaden.
Ontvang het schattingsverslag